Bijdrage door Dagmar Feyen
“Ik vraag uitdrukkelijk om het recht om te betogen in uw gemeente te beperken of om – indien echt noodzakelijk – een betoging te verbieden.” Als minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem op vrijdag 12 juni 2020 een brief stuurt aan de burgemeesters en gouverneurs van ons land met deze boodschap, wordt dat in het kader van de Coronamaatregelen, met instemming begroet. Ondertussen mogen we wel al weer met zijn allen in een volgeboekt vliegtuig kruipen … weliswaar mét mondmasker.
Als zijn collega CD&V-er Hendrik Bogaert medio september 2019 verkondigde dat er “afstand moet genomen worden van de liberale democratie”, meer bepaald: “de liberale democratie is dood”, en ze “zet eeuwenoude tradities, taal, normen en waarden onder druk”, dan is daar heel even heisa over en mag hij het komen uitleggen in allerlei radio- en televisieprogramma’s, maar vooralsnog gaan er geen alarmbellen af. Op 4 juni 2020 doet hij er nog een schep bovenop door een coalitie met Vlaams Belang “niet uit te sluiten”. Maar “straffe Hendrik” is een stemmenkanon en wat hij verkondigt is dan wel “niet het officiële partijstandpunt”, maar ondertussen wordt er wel over gesproken.
In een discours over het bestrijden van fascisme en racisme wordt vaak uitgegaan van de duidelijk aantoonbare dreigingen die uitgaan van extreem nationalistische groeperingen en dito partijen. Deze hebben een duidelijke boodschap, waarop ze kunnen aangevallen worden, en dat geeft een goed gevoel: Er wordt actie ondernomen, hun ideeën zullen geen weerklank vinden, we zijn goed bezig.
Dat de bestrijding van discriminatie op de woningmarkt en bij aanwervingen ondertussen al jaren een non-bestaan kent omdat enkele traditionele politieke partijen er niet aan willen (durven?) beginnen, is een voorbeeld van wat ik een “sluipend fascisme” zou willen noemen. Het echte, ranzige, vulgaire racisme zal je niet vaak horen, maar er wordt relativerend over alles gesproken: Het is niet algemeen verspreid, enkele rotte appels, je kent het wel.
Dat stakingen in de openbare diensten ook steeds een discussie op gang brengen van verplichte minimum-dienstverlening en mogelijkheid tot opvorderen van personeel, geholpen door de boosheid van de getroffen gebruikers van die diensten, is op zich ook niet zo’n probleem, ware het niet dat op die manier de geesten rijp worden gemaakt om het stakingsrecht uit te hollen of zelfs helemaal in te perken.
Een ander aspect dat zorgwekkende proporties begint aan te nemen is de controledrang van de centrale overheid. We zijn het normaal gaan vinden dat de openbare ruimte wordt gecontroleerd met camera’s (“voor onze eigen veiligheid”) en dat we biometrische gegevens in een centrale databank gaan verzamelen (bv. vingerafdruk op de identiteitskaart). “Je hebt toch niets te verbergen” is dan een veelgebruikt argument. De basispremisse die je dan wel moet aanvaarden is dat die overheid vanzelfsprekend altijd het goede voorheeft met zijn burgers. Ik neem aan dat begin jaren ’30 van de vorige eeuw de meeste Duitse burgers – waaronder de Joden – ook nog dachten dat de overheid altijd “het goede” voorhad met de bevolking …
Omdat we op het ogenblik van dit schrijven in België een minderheidsregering met volmachten hebben, is het voor diegenen die weinig historisch overzicht hebben, misschien interessant om het politieke gekrakeel in het Duitsland van 1932-1933 even in het daglicht te plaatsen. De NSDAP was weliswaar de grootste partij in de Rijksdag na de verkiezingen van 6 november 1932 (33%), maar ze had geen meerderheid. Pas na gelobby van het bedrijfsleven (!) bij Rijkspresident von Hindenburg, en met medewerking van de overige rechts-conservatieve partijen, werd Adolf Hitler aangesteld als Rijkskanselier om een regering te vormen. De brand van de Rijksdag op 27 februari 1933 was een aanleiding om volmachten in te stellen (de Reichstagsbrandverordnung). Ook door het aannemen van de Machtigingswet op 23 maart 1933, werd zijn macht ten koste van het parlement bestendigd. De verkiezingen van 5 maart 1933, waarop de NSDAP 44% van de stemmen haalde (dus géén absolute meerderheid!) werden de laatste verkiezingen van de Duitse Weimarrepubliek …
Iedereen die het “gehad heeft” met de politiek, die de hele politieke klasse maar charlatans en zakkenvullers vindt, moet hier toch even bij stilstaan. De sociale media zijn in één ding zeer goed: we kunnen massaal onze afkeuring laten blijken van alles wat politiek is, en sommige partijen kapitaliseren daar ook op. Maar we moeten beseffen dat, als we het “sluipend fascisme” geen kans willen geven, we méér moeten doen dan onze afkeer te ventileren. Politiek is immers té belangrijk om alleen aan politici over te laten, zo vertelt de boutade. Je moet jezelf informeren, om zo een opinie te kunnen vormen over wat er gebeurt in de maatschappij en de wereld.
De plaats bij uitstek om je te informeren en een gefundeerde mening op te bouwen is van oudsher het onderwijs. “Kennis is macht” is weliswaar in de huidige information overload-cultuur niet meer van toepassing, maar cultureel-historisch begrip, analytisch redeneervermogen, argumenteren, … aspecten die in de zogenaamde geesteswetenschappen aan bod komen in het onderwijs, worden nu achteruit gesteld ten voordele van de STEM-vakken. Deze leveren immers een onmiddellijke meerwaarde op voor de arbeidsmarkt, komen ten goede aan de economie, en dus aan de gemeenschap … beweert men.
Maar sinds de jaren ’80 van vorige eeuw is er een sluipende revolutie in de maatschappij gaande, waardoor er een gevaarlijk pensée unique is ontstaan. Alles wordt herleid tot zijn vermeende economische waarde. Het bedrijfsleven moet ten alle prijze gesteund worden maar mag zeker niet gereglementeerd worden. Hoe hoger men op de maatschappelijke ladder geklommen is, hoe minder men accepteert dat er ook zoiets is als “het algemeen belang”. Meer nog: het algemeen belang valt samen met het (hun?) economisch belang. Onderaan de ladder moeten steeds meer mensen door steeds meer controle in steeds flexibelere omstandigheden gedwongen worden. Er is immers een restgroep van mensen nodig om legitieme eisen in verband met arbeidsomstandigheden en verloning te beteugelen. (“Als het u niet bevalt; er zijn nog tientallen andere voor deze job…”).
Het schrijnende is dat we dat niet alleen zijn gaan accepteren, maar ook al zijn gaan internaliseren. We vinden het normaal dat een werkzoekende moet “geactiveerd” worden door zijn uitkering te beperken. “Activeren” als newspeak voor dwingen. We vinden het normaal dat politici, na een ontslagronde in één of ander bedrijf, in televisieprogramma’s komen verklaren dat deze of gene maatregel ervoor moet zorgen dat deze mensen terug “toegeleid worden” naar een andere (welke?) job. Langs de andere kant mag een steeds grotere groep de per definitie beperkte arbeidsmarkt kannibaliseren (“onbelast bijverdienen”, “flexi-jobs” iemand?), vallen ondernemers over elkaars voeten om te verklaren dat de loonlasten buitensporig hoog zijn, en is elke investering van de overheid in iets wat geen onmiddellijke return on investment oplevert (gezondheidszorg, sociale diensten, cultuur) te veroordelen. De banbliksem van de “internationale markten” kan elk moment toeslaan.
En dan hebben we het nog niet eens over de migratieproblematiek…
Ik ben van mening dat het niet zozeer de openlijke uitingen van racistische en extreem-nationalistische opvattingen zijn die op de lange duur gevaarlijk zijn. Natuurlijk moeten deze alert gesignaleerd en blijvend bestreden worden, maar ik meen te mogen hopen dat bij een meerderheid van de burgers er nog voldoende moreel en ethisch besef is om zich niet door dergelijk ideeëngoed te laten manipuleren. Het sluipend fascisme daarentegen komt in maatpak, en spreekt helder en rationeel. Schijnbaar heeft het het beste voor met iedereen en het werkt voor het geluk en de welvaart van de (“onze”) mensen …
Het echt gevaarlijke element bestaat erin dat een onverschillig geworden bevolking die druppelsgewijs is geïndoctrineerd met een dergelijk neoliberaal gedachtegoed het tipping point niet zal aanvoelen, het punt waarop we voor een voldongen feit staan en de liberale democratie echt “dood” is (dank u, Hendrik Bogaert).
uit “Goodbye to Berlin” van de Engelse schrijver Christopher Isherwood:
“It’s no use trying to explain to her, or talking politics. Already she is adapting herself, as she will adapt herself to every new régime. This morning I even heard her talking reverently about ‘Der Führer’ to the porter’s wife. If anybody were to remind her that, at the elections last November, she voted communist, she would probably deny it hotly, and in perfect good faith. She is merely acclimatizing herself, in accordance with a natural law, like an animal which changes its coat for the winter. Thousands of people are acclimatizing themselves.”
Wat is voor u het belang van antifascisme vandaag? Laat het ons weten via info@rodedriehoek.be
De wereld ziet er door Covid-19 anders uit: er is solidariteit onder de werkende bevolking, maar er zijn tegelijk ook alle problemen waar het systeem geen antwoord op heeft: van de gezondheidscrisis over de economische problemen tot de dreigende klimaatramp. Van de vorige ‘Grote Depressie’ weten we dat een wanhopige situatie het gevaar meebrengt van wanhopige politieke uitdrukkingen.
Extreemrechts kent een opgang in de peilingen: het Vlaams Belang dreigt opnieuw de grootste partij te worden. Het aan de macht komen van extreemrechts is steeds minder taboe. Het gebeurt immers ook in andere landen: van de VS (Trump) over Brazilië (Bolsonaro) en Oost-Europa tot India (Modi).
De arbeidersbeweging moet reageren en een strategie ontwikkelen in de strijd tegen hedendaagse neofascisten en andere extreemrechtse strekkingen.
Steunpunt Antifascisme wil daaraan bijdragen. We willen een reeks standpunten en discussiebijdragen over de strijd tegen fascisme vandaag publiceren. Stuur ons uw tekst van maximaal 1500 woorden waarin het belang van de strijd tegen extreemrechts en een aanzet tot methoden (eisen, programma, acties, …) wordt gebracht. Stuur dit naar info@rodedriehoek.be