De 47-jarige extreemrechtse militair Jurgen Conings ging op 18 mei op de vlucht met wapens en dreigde ermee de bekende viroloog Marc Van Ranst alsook een lokale moskee aan te vallen. Ondanks een grootschalige zoektocht door leger en politie werd Conings nog niet teruggevonden. Er kwamen steungroepen voor Conings op sociale media met tienduizenden leden. Fysieke acties brachten minder volk op de been, maar toch ook nog steeds enkele honderden. Het Vlaams Belang moest zich officieel distantiëren, maar deed dit voldoende vaag en dubbelzinnig om de radicale achterban niet voor het hoofd te stoten. Bovendien werd – niet geheel onverwacht – bekend dat Conings minstens in 2020 een lidkaart van het VB had.
Extreemrechtse militairen
Dit is niet de eerste keer dat het brede publiek te weten komt dat het leger met een probleem van rechts-extremisme zit. Begin deze eeuw was er een georganiseerde groep van Blood&Honour actief in het leger onder de naam ‘Bloed, Bodem, Eer en Trouw’ (BBET). In 2006 werden 17 leden van BBET opgepakt, waaronder kopstuk Tomas Boutens. Die was net als verschillende andere BBET-leden actief als militair in de kazerne van Leopoldsburg. In 2014 werd Boutens veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf, waarvan een jaar met uitstel. Zodra hij vrijkwam, zette Boutens zijn extreemrechtse activiteiten verder.
Jurgen Conings was actief in dezelfde kazerne van Leopoldsburg en had contact met Boutens. Die laatste beweert dat ze samen op missie in Afghanistan waren in 2003. Conings werd gevolgd door de veiligheidsdiensten. Philippe Boucké, topman van de militaire inlichtingendienst ADIV, verklaarde op 24 februari 2021 in het weekblad Knack: “In verband met extreemrechts volgt de ADIV een dertigtal militairen van zeer nabij op, vanwege hun sympathieën voor of duidelijke banden met extreemrechtse groeperingen.” Slechts één van die militairen werd ook opgevolgd door het OCAD (Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging): Jurgen Conings. Ondanks het feit dat hij gekend stond als een potentiële terrorist genoot Conings toegang tot gevaarlijke wapens.
Het is opmerkelijk dat er binnen het leger, nog steeds een belangrijk deel van het staatsapparaat, een groeiend wantrouwen in het systeem bestaat. Dat is een verwrongen uitdrukking van de ondermijning van de autoriteit van het kapitalisme. Eerder was er in Frankrijk een open brief ondertekend door ex-generaals, waarin werd gewaarschuwd voor een burgeroorlog. In de VS was de provocatieve aanval op het Capitool begin dit jaar ongetwijfeld niet mogelijk zonder enige betrokkenheid van ordehandhavers. Telkens werd relatief zacht gereageerd door het politieke en economische establishment. Ook nu: minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) kondigde enkel aan dat 11 militairen die gevolgd worden door de inlichtingendiensten wegens extreemrechtse sympathie niet langer toegang hebben tot wapendepots en gevoelige informatie. De lakse aanpak van extreemrechts in het leger én de politie maakt dat het slechts wachten is op nieuwe gevallen.
In het offensief
Na een tijdelijke neergang gedurende een jaar of tien vanaf ongeveer 2006, ging het Vlaams Belang opnieuw in het offensief na de rechtse regering-Michel. De neergang van het Vlaams Belang was verbonden met de opkomst van de rechtse populistische partij N-VA. Zelfs ter linkerzijde dachten sommigen dat het VB afgeschreven was en dat het beste antwoord op extreemrechts een ‘aanvaardbare rechterzijde’ was. In een poging om de afkeer tegen het asociale beleid van de regering-Michel, met N-VA in een sleutelpositie, om te leiden, koos N-VA er steeds meer voor om een klassieke verdeel-en-heersretoriek te hanteren tegen vluchtelingen. Extreemrechts kon opnieuw groot worden op die basis.
Electorale vooruitgang van partijen als het Vlaams Belang geeft zelfvertrouwen aan allerhande extreemrechtse groepen, ook diegenen die wat verder in de marge zitten. De eerste groep van Blood&Honour in België bijvoorbeeld werd in 1994 gevormd, in de nasleep van ‘zwarte zondag’ (de eerste grote verkiezingsoverwinning van toen nog het Vlaams Blok in 1991). De groei van het VB in de lokale verkiezingen van 2018, de parlementsverkiezingen van 2019 en alle peilingen sindsdien, geeft extreemrechtse groepen extra ademruimte.
Eén daarvan was ‘Vlaams Legioen’, een kleine groep rond Emmanuel Maris uit het Limburgse Zutendaal. Maris was een tijdlang actief bij het aan het VB gelinkte Voorpost, maar zette een eigen organisatie op. Het ‘Vlaams Legioen’ organiseerde trainingen, waarbij Conings zou betrokken geweest zijn. Emmanuel Maris werd opgepakt naar aanleiding van een brandstichting in een toekomstig asielcentrum in Bilzen eind 2019. Hij raakte nationaal bekend toen hij met zijn pick-uptruck met nazisymbolen deelnam aan de autokaravaan van het Vlaams Belang tegen de nieuwe Belgische regering in september 2020. In mei dit jaar werd hij vrijgelaten en verhuisde hij naar Hongarije. Het Vlaams Legioen hield op te bestaan. In dat Vlaams Legioen waren er actieve VB’ers betrokken. Eén ervan, Lode Dils, is bestuurslid bij de lokale afdeling van het Vlaams Belang in Ham. Toen Maris een foto van de brand in Bilzen op zijn Facebook-profiel plaatste met de opmerking “Het feestje kan beginnen, de bbq staat aan”, werd dit meteen geliket en becommentarieerd door Dils.
De autokaravaan van het Vlaams Belang op 27 september 2020 was de grootste mobilisatie van extreemrechts in België sinds lange tijd met naar schatting 10.000 aanwezigen. Het protest was tegen de nieuwe regering gericht. De actiemethode was gekopieerd van het Spaanse Vox. De bredere mobilisatie is natuurlijk relatief: vakbondsacties brengen een veelvoud op de been. Desalniettemin is een mobilisatie van 10.000 groter dan wat het Vlaams Belang doorgaans kan mobiliseren. Het toont dat het niet bij ‘klavierstrijd’ blijft, zelfs indien sociale media een ideaal instrument zijn voor de verspreiding van haat en frustraties. Het succes van de autokaravaan vergrootte bij een deel van de extreemrechtse basis de roep naar actie, inclusief meer fysieke acties en geweld.
Vlaams Belang en de radicale rand
Komt het Vlaams Belang in de problemen door een geval van een extreemrechtse terrorist die duidelijk minstens sympathie had voor die partij? Niet noodzakelijk. De meest radicale lagen in en rond het Vlaams Belang scharen zich resoluut achter Jurgen Conings. Het Vlaams Belang probeert naar buiten toe voldoende afstand te bewaren, maar tegelijk surft de partij bewust op het gevoel van verzet tegen het systeem dat leeft in de steungroepen voor Conings. Bovendien kan het in die radicale lagen militanten vormen en ermee uittesten hoe ver het kan gaan. Het doel van extreemrechts blijft immers om de straten te domineren.
Het Vlaams Belang probeert steeds gebruik te maken van meer radicale groepen. Toen de studentengroep ‘Schild & Vrienden’ onder vuur lag wegens neonazistische propaganda, racisme, seksisme en aanzetten tot geweld, werd kopstuk Dries Van Langenhove meteen langs de grote poort naar het parlement gekatapulteerd door het Vlaams Belang.
Vandaag probeert het Vlaams Belang bewust gebruik te maken van de corona-moeheid onder een groot deel van de bevolking om zich voor te doen als een alternatief op het establishment. Niet dat het VB pleit voor drastisch meer investeringen in zorg en democratische controle op een genationaliseerde farmasector om een planmatige productie en distributie van zowel testmateriaal als vaccins op grote schaal te organiseren. Zó anti-systeem is extreemrechts niet… Het beperkt zich integendeel tot het aanvallen van de boodschappers, zoals de meest bekende virologen, in het bijzonder als ze bekend staan als antifascist zoals Marc Van Ranst. Het distantiëren wordt omgedraaid: “Het establishment wil dat we geweld gebruiken en we mogen niet in die val trappen,” verklaarde VB-parlementslid Van Langenhove.
De afkeer tegen de coronamaatregelen combineert het Vlaams Belang uiteraard met racisme. Recent verklaarde VB-voorzitter Tom Van Grieken in een interview met de zakenkrant De Tijd dat “het christelijke, het Vlaamse en als u wilt zelfs het blanke een dominante factor moeten zijn in onze samenleving.” (29 mei). In een nieuw boek, ‘Achter het schild van extreemrechts’, leggen Hind Fraihi en Bas Bogaerts uit hoe racisme wordt gebruikt: “De aandacht wordt afgeleid van klassentegenstellingen naar vermeende ras- en volksvijanden. Het is een afleiding waarvoor een kwetsbare onderlaag in onze samenleving zeker vatbaar is. Voor de fragiliteit van die onderlaag waren wij niet ongevoelig.” Racisme wordt gebruikt om antisysteem en zelfs antikapitalistische gevoelens te kapen en terug te voeren naar mythologische zaken als een ‘raciale gemeenschap’.
Welk antifascistisch antwoord?
Mirakeloplossingen zijn er niet. Regeringsdeelname is gevaarlijk voor de werkende klasse omdat extreemrechts meer ruimte krijgt om een beleid van haat en verdeeldheid te voeren. Zonder voldoende sterk antwoord vanuit de arbeidersbeweging komt het niet noodzakelijk verzwakt uit regeringsdeelname. Zolang extreemrechts de agenda van het publieke debat bepaalt, kan het blijven scoren. Steun geven aan het politieke establishment is evenmin een oplossing: het biedt geen antwoord op de voedingsbodem waarop extreemrechts kan groeien.
Het opvoeren van sociale strijd is de enige manier waarop we eisen in het belang van de werkende klasse kunnen afdwingen. Het is tevens de enige methode om extreemrechts te stoppen. De electorale steun voor het Vlaams Belang is vooral een uitdrukking van een terecht wantrouwen in het establishment, maar ook van de ruimte die er is voor racistische verdeeldheid als de arbeidersbeweging onvoldoende weegt op het debat. Door samen te strijden rond sociale eisen rond jobs, huisvesting en openbare diensten maken we duidelijk wie verantwoordelijk is voor de sociale problemen van de meerderheid van de bevolking: niet de vluchtelingen of de migranten, maar de grote aandeelhouders. Het is in deze strijd dat we de noodzaak van maatschappijverandering kunnen concretiseren en populariseren.